next up previous
Next: Enige opmerkingen achteraf Up: Oefeningen in beeldwaarneming Previous: Vierde oefening: aurawaarneming

Vijfde oefening: probleem oplossen

De vijfde zitting was een zitting in probleemoplossen. Eigenlijk had ik tijdens geen enkele zitting iets speciaals willen doen. Achteraf was dat ook wel mogelijk geweest, zoals bleek uit de gesprekken met de studenten, maar ik dacht dat de deelnemers steeds iets anders wilden meemaken, al was het alleen maar voor de afwisseling. Er zit in de feitelijke zittingen een zekere ontwikkeling: eerst algemene relaxatie, dan beeldwaarneming (maar verder niet binnen een bepaalde struktuur of setting) dan de geleide strandfantasie, vervolgens een specifieke vorm van beeldwaarneming: de aurawaarneming. Met deze laatste zitting wordt al gesuggereerd dat je iets met beeldwaarneming kunt doen. En dat is dan ook het geval met probleemoplossen. De probleemoplossingszitting werd gestruktureerd naar analogie van een ervaring die ik eens heb gehad en alsvolgt zou willen beschrijven: "Op een zekere middag bevond ik mij in een toestand van rust, zonder planning vooraf. Mijn gedachten waren bij een op dat moment erg belangrijk probleem. Toen ik mij in een diepe toestand van rust bevond, kreeg ik plotseling bepaalde beelden. Daarna ben ik wat meer rechtop gaan zitten, - in eerste instantie lag ik - en ik heb die beelden de revue laten passeren. Toen kreeg ik allerlei spontaan opkomende associaties bij die beelden waardoor het hele probleem in een ander daglicht kwam te staan. Later kwam het idee bij mij op iets gelijksoortigs te doen bij de studenten." Bij de zitting heb ik vooraf weer precies verteld wat de bedoeling was en dat ging als volgt: "Straks gaan jullie weer gewoon liggen in relaxatie, en dan stel je je heel konkreet een probleem wat bij jouzelf speelt voor, en dat mag best het ergste probleem zijn waar je op dit moment mee zit. Alle emoties die je daarbij krijgt laat je gerust komen. Je zult het misschien helemaal niet leuk vinden, maar dat is een manier om het probleem goed tot je door te laten dringen. Daarna ga je in de eigenlijke relaxatie, je probeert dan dus op geen enkele manier gericht, direktief of reflexief bezig te zijn. Als dat niet mocht lukken, en je zult merken dat het probleem zich voortdurend aan je opdringt, dan kun je een mantra-achtige zin gebruiken, bijvoorbeeld iets in de zin van "Ik wil niet denken. Ik wil niet denken. Etc," en dit blijf je alsmaar herhalen; je kunt bijvoorbeeld ook gebruiken: "Het denkt niet in mij. Het denkt niet in mij. Het denkt niet in mij. Etc." Als je dat doet dan kun je hopen dat elk besef van het probleem in jou op den duur volledig verdwijnt en dat je in een diepe toestand van relaxatie komt. Na een tijdje geef ik een teken en dan is het de bedoeling dat je rechtop gaat zitten. Daarna geef ik opnieuw een teken en dan is het de bedoeling dat iedereen zich omdraait en met zijn gezicht naar de muur gaat zitten." Normaal was het zo dat iedereen naar elkaar gericht ging zitten. "Dan laat je de beelden of eventuele andere ervaringen die je tijdens de relaxatie-periode ervaren hebt de revue passeren, je doet dat op een rustige ontspannen manier en je kijkt of daarbij bepaalde gevoelens of gedachten opkomen." Het laatste gedeelte van de oefening bestond weer hierin dat iedereen zijn ervaringen meedeelde voorzover hij dat wilde.

De problemen die de mensen voor zichzelf kozen zijn van allerhande aard. Mijn vermoeden was dat er vooral sprake zou zijn van relatieproblemen. Die werden wel genoemd, maar veel minder dan ik verwacht had. Sommige mensen vonden dat ze zelf moesten veranderen, dat ze niet optimaal funktioneerden in hun relaties met anderen. Ze vonden zelf dat ze daar wat aan moesten doen. Anderen kwamen terug op beelden die ze in voorafgaande zittingen hadden gehad, die ze niet begrepen. Voor hun was het probleem: de betekenis van deze beelden te achterhalen. Wat een probleem was, was voor iedereen verschillend. Het kwam ook wel voor dat men tijdens de relaxatieperiode geheel andere beelden kreeg dan men zou verwachten gezien het probleem waarmee men begonnen was. Het bleek ook dat er mensen waren die helemaal geen probleem hadden. Dikwijls noemde men ook problemen die men makkelijk als onbenullig van de hand zou kunnen doen, zoals examenvrees. Zo was er iemand die erg tegen een bepaald tentamen opzag en dat als een ernstig probleem ervoer.


next up previous
Next: Enige opmerkingen achteraf Up: Oefeningen in beeldwaarneming Previous: Vierde oefening: aurawaarneming

AHGS VAN DER VEN
Tue Mar 18 13:24:24 MET 1997