next up previous
Next: De plausibiliteit van een Up: Onderzoek, hoe gaat dat Previous: Andere verschijnselen en theorieën

Het speciale gebruik van theoretische begrippen

Het introduceren van nieuwe begrippen (zoals "het Ego" en "het onbewuste" bij Freud) gebeurt niet alleen in de psychologie, maar bv. ook in de natuurkunde. Daar gebruikt men bijvoorbeeld het begrip "atoom". Soms kunnen die begrippen verwijzen naar iets, dat volgens de onderzoeker ook echt bestaat, in welke vorm dan ook. Heeft iemand ooit een atoom gezien? Nee, tot nog toe niet. Misschien komen we nog ooit eens zo ver, maar atomen hebben we nooit gezien. Toch is het zo dat het begrip "atoom" een verklaringsbegrip is. Er wordt mee gewerkt, en het heeft bepaalde eigenschappen. Als U precies wilt weten wat een atoom is, dan moet U de theorie goed kennen. Zo'n theorie gaat over natuurkundige verschijnselen. Als U dus precies wilt weten wat het onbewuste is, dan moet U het denken kennen over de daar bij horende verschijnselen, bijvoorbeeld een speciale vorm van geheugenverlies. En dan weten we ook wat het begrip wel en vooral wat het allemaal niet betekent, want er worden in het dagelijks leven allerhande surplus- en soms zelfs verkeerde etekenissen aan gegeven die binnen de theorie helemaal niet gelden. Een voorbeeld van zo'n verkeerde betekenis is dat men denkt dat verdringing hetzelfde is als: ergens bewust niet aan willen denken. Volgens de theorie is het zo dat, wanneer verdringing optreedt, men zich van de aktiviteit van de verdringing niet bewust is. De persoon weet niet dat iets in hem bepaalde dingen verdrongen heeft en deze dingen ook verdrongen houdt. Want als hij dat zou weten, dan zou hij uiteraard een besef van die aktiviteit hebben en daaruit af kunnen leiden welke ervaringen niet tot hem worden toegelaten. De verdringing als aktiviteit is op zich ook onbewust. Dus niet alleen het resultaat van de verdringing: de verdrongen inhoud, maar ook de verdringing zelf als aktiviteit is onbewust. M.a.w. iets verdringen is wezenlijk iets anders als ergens niet aan willen denken, bv.: ik heb ruzie met mijn vrouw en dat vind ik vervelend en dus denk ik daar maar niet aan, of: ik moet morgen naar een begrafenis dat vind ik vervelend en dus denk ik daar maar niet over, of: ik voel mij schuldig aan iets en ik vind dat vervelend en dus denk ik daar maar niet over. Dit soort aktiviteiten hebben niets met verdringing te maken. Ergens niet aan willen denken, dingen niet in je bewustzijn willen laten doordringen, is een heel normaal en veel voorkomend psychologisch verschijnsel. Het heeft niets met verdringing te maken. In het kader van de wetenschappelijke discussie zou iemand kunnen opmerken, dat het begrip "het onbewuste" hem toch ziet lekker zit, bv. omdat het sterk plaatsverwijzend is. Alsof er een of andere plaats is waar die ervaringen opgeslagen liggen. Zoals je in een kast blokjes kunt hebben. Zo mag je dat natuurlijk wel voorstellen, maar dat hoeft niet. Het onbewuste suggereert een plaats, het is een tijd-ruimtelijk begrip. Het onbewuste zou iets zijn dat je ergens kunt waarnemen. Zo moet U zich dat niet voorstellen. De vraag is dan: hoe moet je het je wel voorstellen? Hier stoten we weer op een algemeen probleem bij wetenschappelijke theorieën. Wat betekenen de begrippen in een wetenschappelijke theorie? Wat betekent het begrip "massa" in de natuurkunde, of het begrip "energie"? Wat betekent het begrip "het Ik" in de theorie van Freud? Wat betekent het begrip "verdringing" in de theorie van Freud? Wat betekent het begrip "het onbewuste"? Een ding moet U zich goed realiseren: die begrippen betekenen niets meer en niets minder dan wat ze betekenen in de kontekst van de theorie. Alleen binnen die kontekst hebben die begrippen een bepaalde betekenis. Zo'n begrip kan ook nog een ander betekenis hebben, in de alledaagse taal, maar die twee betekenissen moet U niet verwarren. Dat is heel essentieëel. Er zijn begrippen die louter en alleen betekenis hebben binnen de kontekst van een theorie. Dat betekent dus dat U de theorie goed moet kennen. Als U de theorie goed kent, dan weet U vanzelf wat het onbewuste eigenlijk is. Daarbij moet U zich niets méér voorstellen dan wat er binnen de theorie aan dat begrip aan betekenis gegeven wordt. "Op een of andere wijze", zegt Freud, "is het zo, dat een ervaring vast ligt in het organisme. Hoe? Dat weet ik niet, maar zij ligt vast, dus er moet een instantie zijn waar zij vastligt." Maar dat "waar" moet je ook weer niet te ruimtelijk opvatten. Het ligt op een of andere wijze ergens vast, die instantie waar dat vastligt noem ik het onbewuste en meer betekent het niet. Je had het ook iets anders, je had het ook X kunnen noemen. Het grote probleem is dat wanneer men in het alledaagse leven dit soort begrippen gaat gebruiken, men daar allerhande bijbetekenissen aan gaat hechten. En dan ontstaat er uiteraard grote verwarring. Maar de wetenschapsman moet proberen dat niet te doen. Hij moet proberen dat begrip uitsluitend te zien in functie van de theorie. Een onmiddellijke implicatie hiervan is dat U het begrip pas goed kent wanneer U de theorie goed kent.
next up previous
Next: De plausibiliteit van een Up: Onderzoek, hoe gaat dat Previous: Andere verschijnselen en theorieën
Ven 2003-10-29