Next: Systematisering van het voorafgaande
Up: Onderzoek, hoe gaat dat
Previous: Het speciale gebruik van
Soms kan het zijn dat men de verklarinshypothese voor een bepaald
fenomeen niet erg aannemelijk (plausibel) vindt. In dat geval zal
de onderzoeker naar andere verschijnselen zoeken waarvoor zijninziens
de verklarinshypothese ook geldt. Bij die verschijnselen kan de
hypothese soms wel plausibel lijken. Bovendien is het zo dat men
dan dikwijls ook een beter idee over de aard van de hypothese krijgt.
Om U dit aan den lijve te laten ondervinden
volgen hieronder nog twee andere voorbeelden van verdringing.
Ik weet niet of U wel eens naar de televisie kijkt. (De meesten
van U zullen waarschijnlijk onmiddellijk nee zeggen, want het is
en voque onder intellektuelen om nooit televisie te kijken.
Goed, ik doe dat wel, mijn excuses daarvoor.). Een tijdje geleden was er een
of ander programma over vrede. Er kwam een psychiater in voor,
die veel kontakt had gehad met mensen uit Hiroshima, die
dat ongeluk met de atoombom hadden meegemaakt. Hij was maar heel
kort in beeld en hij gaf aan wat hem het meeste opviel bij deze
mensen. Ik was heel erg benieuwd wat dat zou
zijn. Toen zei hij dat heel veel van die mensen het volgende vertelden.
Op het moment dat het ongeluk gebeurd was,
zagen ze een verschrikkelijke ellende om zich heen. Ze zagen mensen
die al gestorven waren, ze zagen mensen die nog stervende waren. Er
waren heel veel mensen bij die ze heel goed kende, hun eigen familieleden,
vrienden. Het sterven van deze mensen was niet
om aan te zien, want ze waren afschuwelijk verbrand.
Maar wat ze bij zichzelf vast stelden, was dat ze daarbij totaal
geen gevoelens hadden. Daar stonden ze allemaal erg verbaasd
over. Ze hadden daar ook erge schuldgevoelens
over. Dat was ook een van de redenen waarom ze bij deze
psychiater terecht gekomen waren. Ze wilden namelijk graag
van die schuldgevoelens af komen.
Ze voelden zich schuldig dat ze in zo'n
situatie geen gevoelens hadden gehad.
Je zou dit verschijnsel op meerdere manieren kunnen verklaren.
Een van de manieren,
en dat is de reden waarom ik het U vertel is natuurlijk dat hier
verdringing heeft plaatsgevonden. De verdringing bestond niet
hier in, dat deze mensen datgene wat ze waarnamen
niet tot hun bewustzijn lieten doordringen, dat wel. Maar alle
gevoelens die daar eventueel bij op zouden kunnen komen, werden niet toegelaten
in het bewustzijn.
De instantie, die de verdringing inzet en in stand houdt, laat die gevoelens
niet toe, zodat de gevoelens afwezig lijken te zijn.
Kenmerkend voor deze vorm van verdringing is
dat je in een bepaalde situatie
verkeert, waarin je heel sterke gevoelens zou moeten hebben, maar
die in feite niet hebt.
Een ander voorbeeld hiervan is een geval
dat werd beschreven door
Van de Loo (persoonlijke communicatie),
een paar jaar geleden. Het ging over een jongen
van zestien jaar die op kostschool zat, naar ik meen op het toenmalige
Canisius College te Nijmegen. Op een zeker moment moest hij aan de telefoon
komen en kreeg te horen dat zijn vader gestorven was. Vanaf
dat moment kreeg die jongen moeilijkheden op school. Hij kon niet
goed meer mee in de klas, hij begon lagere cijfers te halen, e.d.
Hij had concentratieproblemen.
Daarom werd hij naar Van de Loo gestuurd. De klacht was dus dat het niet
zo goed meer ging op school.
Dat was, zeg maar, een paar maanden of een half
jaar later. Er werd toen helemaal niet gesproken over de vader.
Maar Van de Loo, als goed psycholoog, begon eens te
vragen wat er allemaal gebeurd was, vanaf de periode dat het zo
slecht ging, want voor die tijd ging het nl. goed. Die jongen
vertelde toen: "Op het moment dat ik hoorde dat
mijn vader dood was, stond ik
verbaasd over mijzelf, want ik voelde helemaal niks. Het was helemaal
niet zo dat ik bedroefd was, ik schaamde me daar eigenlijk ook
een beetje voor."
Hier heeft U een type verdringing, waarbij gevoelens
die normaal wel optreden, in dit soort situaties, verdrongen
worden.
Het is ook begrijpelijk waarom de
verdringing optreedt.
Verdringing treedt immers op in situaties die de persoon niet aankan,
die de persoon niet kan verwerken.
Dat brengt ons dan weer op de vraag wat dat begrip "verwerken" nu precies
inhoudt. We zullen daar in het kader van deze uiteenzetting niet
op ingaan.
Daarvoor verwijzen we naar de werken van Freud.
Hopenlijk is uit deze voorbeelden wel duidelijk geworden dat
het aanvoeren van andere verschijnselen, die ook vanuit
de theorie verklaard kunnen worden, de theorie soms meer
plausibel maken. Bovendien kan daardoor ook meer duidelijk
worden wat eigelijk het toepassingsgebied van de theorie is.
Next: Systematisering van het voorafgaande
Up: Onderzoek, hoe gaat dat
Previous: Het speciale gebruik van
Ven
2003-10-29