next up previous
Next: Literatuur Up: Onderzoek, hoe gaat dat Previous: Hoe Freud te werk

Epiloog

Ik heb U in het voorafgaande iets laten zien over de vijf fasen die bij onderzoek een rol spelen. Je begint met het observeren van de werkelijkheid. Bij dat observeren ontstaan altijd spontaan vragen, er zijn onmiddellijk dingen die je niet snapt en een spontane vraag bij ons voorbeeld was hoe komt het dat deze man zich helemaal niet meer kan herinneren wat er gebeurd is bij het ongeluk. Dan ga je hypothesen verzinnen om het fenomeen te verklaren. In de vijfde fase ga je de gedachten die je ontwikkeld hebt toetsen door predicties te maken over de werkelijkheid. Freud heeft daarbij gebruikt gemaakt van de droom en van hypnose. Het was zijn bedoeling op deze wijze kontakt te krijgen met het onbewuste waarin de verdrongen inhouden aanwezig zouden zijn. Het onbewuste manifisteert zich in de droom via beelden. In de droom zijn de verdrongen inhouden in vermomde vorm aanwezig. Is er op deze manier iets van de verdrongen inhoud te bespeuren, dan is dat een indikatie voor de juistheid van de theorie. Het toetsen van de theorie is even belangrijk als alle andere fasen van het onderzoek. Deze zijn: Na het toetsen van de theorie ga je kijken of de predicties uitgekomen zijn. Als dat niet het geval is ga je kijken waar je ergens een fout gemaakt hebt. Het kan zijn dat je verkeerde afleidingen gemaakt hebt. In dat geval ga je terug naar fase 4. Het kan ook zijn dat je je theorie moet herzien. Dan ga je terug naar fase 3. Het kan ook zijn dat je het gevoel hebt, dat je bij het waarnemen van de fenomenen dingen over het hoofd gezien hebt. Dat kan een aanleiding zijn om terug te gaan naar fase 1. Je kunt in principe terug gaan naar elke voorafgaande fase. Daarom zegt men wel dat onderzoek een cyclisch proces is. Uit het vooraf gaande is waarschijnlijk duidelijk geworden, dat je begint met iets, dat welomschreven is. Iets dat je kunt waarnemen, dat duidelijk is, dat simpel is. Dat moet je zien te verklaren. Dat is in mijn ogen de meest vruchtbare manier van onderzoek doen. Zorg ervoor dat je niet te hooghartig bent en begin gewoon met de simpele werkelijkheid, zoals je hem voor eenvoudige mensen kunt beschrijven. Probeer je bewust te worden van de vragen die zich daarbij voordoen. Dit betekent niet dat je louter en alleen op een enkel onderwerp geconcentreerd moet zijn. Je moet tegelijkertijd breed georienteerd zijn. Je moet veel weten. Wil je immers goede ideeen krijgen om een vruchtbare hypothese te kunnen verzinnen, dan moet je die ideeen ergens vandaan kunnen halen. En hoe meer U weet hoe meer ideeen je kunt krijgen. Het is handig als U met name dingen weet die niet tot uw eigen specialisatie behoren. Als een onderzoeker een theorie ontwikkelt, moet hij twee dingen doen: hij moet aftasten wat hij allemaal weet en proberen er dat uit te halen wat hij kan gebruiken om het verschijnsel te verklaren. En dat aftasten doe je niet alleen bij jezelf maar dat doe je ook bij anderen. Goede onderzoekers zijn mensen die veel praten en veel lezen. Zij praten veel met andere onderzoekers en ze lezen dingen die schijnbaar niets te maken hebben met hun eigen vakgebied of hun eigen specialisatie. Ik heb U iets verteld over psychoanalyse om U zo te laten zien hoe onderzoek in de praktijk verloopt. Er zijn vele auteurs die over psychoanalyse veel meer zouden kunnen vertellen en dat ook veel beter zouden kunnen doen, omdat ze er gewoon veel meer van af weten. Maar een ding is voor U duidelijk. Stel dat U meer zou gaan lezen over psychoanalyse. Stel dat U dat allemaal goed zou begrijpen. Zou U dan in staat zijn om uw steentje bij te dragen aan zo'n stuk wetenschappelijke ontwikkeling? Ik denk van niet, want U moet nl. nog aan een andere voorwaarde voldoen. U moet bij wijze van spreken lijfelijk bezig zijn met het onderwerp. Freud was een man die niet alleen maar achter een stoel zat. Hij had patiënten. Hij deed therapie Hij presteerde het om ëën patiënte gedurende twee jaar te behandelen. Hij had intensief kontakt met haar. Hij was iemand die zich bij wijze van spreken elk stukje van de dag zat af te vragen: hoe zit dit nou, hoe zit dat nou. Er gebeurden allerhande dingen die hij totaal niet voorzien had. In dat kontakt gebeurden er ook allerhande dingen die op zich weinig te maken schenen te hebben met datgene waar het oorspronkelijk allemaal om begonnen was. Zo werd de patiënte op een bepaald moment verliefd op hem. Als je met de werkelijkheid omgaat, als je met mensen omgaat, dan gaan er plotseling dingen een rol spelen, waar je in eerste instantie helemaal niet aangedacht zou hebben. Die zou je natuurlijk kunnen ontlopen, door net te doen alsof ze niet bestaan of door er een draai aan te geven. Het is de grote verdienste van Freud dat hij dat niet deed. Hij erkende hun bestaan en probeerde er wat mee te doen. Hoe schamel dat in het begin ook ging, met veel gevoelens van onzekerheid. Ik kan niet nalaten in dit verband Bally (1961) aan te halen. Hij zegt in zijn boek: "Einfuhrung in die Psychoanalyse Sigmund Freuds":
"Wir sehen, dasz sich in diesen Ansatzen schon die Bereitschaft Freuds kund tut, das Auftauchen von Liebesanspruchen dem Analytiker gegenuber (später werden Hass und Aggression dazu genannt) nicht als ein Hindernis der Analyse, sondern als eine Grundtatsache des analytischen Geschehens anzuerkennen. Dasz Freud auftretende Schwierigkeit auf ihren Sinn zu befragen und seine Anschauung über die Menschen daran wachsen zu lassen imstande war, ist eine seiner grossen Fähigkeiten, die besonders in den Anfangen der Psychoanalyse eine Fülle von Erkenntnissen beibringt."
Je bent dus lijfelijk bezig met het onderwerp. Je bent ook met al je aandacht bezig. Als je onderzoek doet "maak" je iets, en dat gaat niet vanzelf, daar moet je echt iets aan doen. Dan maak je ook een aantal dingen mee waar je totaal niet aan gedacht had en dat is op zich allemaal niet erg. Als iemand tegen mij zegt: "Maar, meneer, ik weet zo weinig van onderzoek af, dus ik doe maar geen onderzoek." dan zeg ik: dat is geen enkele reden om geen onderzoek te doen; je moet gewoon beginnen. Door bezig te zijn en door je voortdurend critisch te bezinnen op datgene wat je tot dan toe tot stand hebt gebracht ontstaat er iets.
next up previous
Next: Literatuur Up: Onderzoek, hoe gaat dat Previous: Hoe Freud te werk
Ven 2003-10-29